* Toegenomen gebruik van sonatevorm :Een muzikale vorm bestaande uit drie delen:een expositie, een ontwikkeling en een recapitulatie.
* Nadruk op melodie en harmonie :Melodieën waren vaak eenvoudig en zingbaar, met een duidelijke harmonische structuur.
* Meer gebruik van dynamiek :Componisten begonnen dynamiek (luidheid en zachtheid) te gebruiken om de emotionele impact van hun muziek vorm te geven.
* Toegenomen gebruik van orkestratie :Componisten begonnen een breder scala aan instrumenten te gebruiken en te experimenteren met verschillende manieren om hun muziek te orkestreren.
* Opkomst van de piano :De piano werd het populairste toetsinstrument van het klassieke tijdperk en werd zowel in solo- als in ensemblewerken gebruikt.
* Opkomst van de symfonie :De symfonie werd de belangrijkste orkestvorm van het klassieke tijdperk en werd vaak in vier delen geschreven.
* Opkomst van het concert :Het concert werd een populaire vorm van instrumentale muziek, bestaande uit een solo-instrument begeleid door een orkest.
* Opkomst van de opera :De opera werd een populaire vorm van muziektheater, met zang, dans en acteren.