1. Hogerstem: Dit is de hoogste stem, vaak gespeeld door een viool of fluit. Het draagt de hoofdmelodie en is de meest prominente stem in de textuur.
2. Middenstem: Dit is een ondersteunende stem die een secundaire melodie speelt of harmonie geeft aan de bovenste stem. Het wordt vaak gespeeld door een altviool of hobo.
3. Basstem: Dit is de laagste stem, meestal gespeeld door een cello of fagot. Het biedt harmonische ondersteuning en ritmische basis voor de bovenstemmen.
In triosonata-textuur werken de drie stemmen op elkaar in en vullen ze elkaar aan, waardoor een rijke en dynamische muzikale textuur ontstaat. De bovenste stem presenteert de belangrijkste melodische ideeën, terwijl de midden- en basstemmen voor harmonische ondersteuning en textuurdiepte zorgen. Het samenspel van deze drie stemmen creëert een gevoel van evenwicht en eenheid binnen de muzikale textuur.
De textuur van triosonates werd veel gebruikt in de barokmuziek voor verschillende instrumentale ensembles, waaronder strijktrio's, fluitsonates en klaviersonates met twee obligato-instrumenten. Het bood componisten flexibiliteit bij het combineren van verschillende instrumenten en maakte een breed scala aan muzikale expressie en virtuoze vertoon mogelijk.