2. De dalende vierde: Dit is het interval tussen de vijfde en de eerste noot van de majeurtoonladder, en wordt vaak gebruikt om een gevoel van vastberadenheid of ontspanning te creëren. Het wordt in veel culturen over de hele wereld aangetroffen, waaronder westerse klassieke muziek, Chinese volksmuziek en Afrikaans drummen.
3. De perfecte vijfde: Dit is het interval tussen de eerste en vijfde noot van de majeurtoonladder en wordt vaak gebruikt om een gevoel van stabiliteit of consonantie te creëren. Het wordt in veel culturen over de hele wereld aangetroffen, waaronder westerse klassieke muziek, Indiase ragamuziek en Japanse gagaku-muziek.
4. De grote terts: Dit is het interval tussen de eerste en derde noot van de majeurtoonladder en wordt vaak gebruikt om een gevoel van geluk of vreugde te creëren. Het wordt in veel culturen over de hele wereld aangetroffen, waaronder westerse klassieke muziek, Chinese volksmuziek en Afrikaans drummen.