Clavichord:
- Actie: Het klavichord maakt gebruik van een eenvoudige "raaklijn" -actie. Wanneer een toets wordt ingedrukt, gaat een klein metalen mesje (de raaklijn genoemd) omhoog en raakt de snaar in een rechte hoek, waardoor deze gaat trillen. De raaklijn blijft in contact met de snaar, waardoor de speler de dynamiek en de duurzaamheid van de noten kan controleren door de druk op de toets te variëren.
- Geluid: De snaren worden getokkeld door de raaklijnen, waardoor een zacht en delicaat geluid ontstaat dat uniek is voor het klavichord. Het dynamische bereik van het clavichord is relatief beperkt, met een smal bereik van volume en expressie.
Klavecimbel:
- Actie: Het klavecimbel maakt gebruik van een "tokkelende" actie. Wanneer een toets wordt ingedrukt, tokkelt een kleine veer (gemaakt van een vogelveer) aan de snaar, waardoor deze gaat trillen. In tegenstelling tot het klavecimbel laat de veer de snaar onmiddellijk los na het tokkelen, waardoor het klavecimbel een karakteristiek helder, twangy geluid krijgt.
- Geluid: Het klavecimbel produceert een luider en duurzamer geluid dan het clavichord. Het biedt een breder dynamisch bereik, waardoor een grotere variatie in volume en expressie mogelijk is. Bovendien heeft het klavecimbel meerdere registers die verschillende snarensets gebruiken, waardoor verschillende timbres en toonvariaties ontstaan.
Samenvattend:hoewel zowel het clavichord als het klavecimbel toetsinstrumenten zijn, verschillen ze qua werkingsmechanismen en geluidskarakteristieken. Het clavichord staat bekend om zijn zachte en expressieve aanslag, terwijl het klavecimbel een helderder, resonanter geluid biedt met een groter dynamisch bereik en toonveelzijdigheid.