1. Verhoogde snaarspanning: Dikkere snaren hebben meer spanning nodig om dezelfde toonhoogte te bereiken als dunnere snaren. Deze verhoogde spanning legt meer druk op de hals, brug en body van de gitaar, waardoor het instrument na verloop van tijd kan buigen of kromtrekken.
2. Harder volume: Dikkere snaren trillen met meer amplitude dan dunnere snaren, waardoor een luider totaalvolume ontstaat. Dit kan gunstig zijn voor bepaalde muziekgenres die een krachtig, vol geluid vereisen.
3. Langere houdbaarheid: Dikkere snaren hebben meer massa, waardoor ze langer kunnen trillen voordat hun energie verdwijnt. Dit resulteert in een langere ondersteuning, of "ring", van de gespeelde noten.
4. Donkerdere toon: Dikkere snaren produceren een donkerdere, warmere toon vergeleken met dunnere snaren. Dit komt omdat dikkere snaren een lagere frequentierespons hebben, waardoor de lage frequenties worden benadrukt en de hoge frequenties worden verminderd.
5. Verbeterde speelbaarheid: Dikkere snaren kunnen moeilijker in te drukken en te fretten zijn, vooral voor beginners. Deze verhoogde snaarspanning kan het moeilijker maken om bepaalde akkoorden en melodieën te spelen.
6. Verminderde duidelijkheid: Dikkere snaren kunnen minder helderheid produceren in de hoge frequenties. Dit komt omdat de hogere spanning en massa van de snaren ervoor zorgen dat ze minder reageren op hogere frequenties, wat resulteert in een ietwat "modderig" geluid.
Over het algemeen kan het toevoegen van dikkere snaren aan een gitaar het gevoel, het geluid en de bespeelbaarheid van het instrument veranderen. Het is belangrijk om het gewenste resultaat te overwegen voordat u besluit de snaardikte te veranderen, omdat de resultaten kunnen variëren afhankelijk van het specifieke instrument en de speelstijl.