2. Plaats je rechterhand op de fagot. Uw duim moet op de duimsteun liggen en uw vingers moeten over de toetsen gekruld zijn.
3. Plaats je linkerhand op de fagot. Uw duim moet op de linkerduimsteun liggen en uw vingers moeten over de toetsen gekruld zijn.
4. Hef de fagot naar je gezicht. De boef moet je kin raken en de bel moet naar het publiek gericht zijn.
5. Houd de fagot vast met je rechter- en linkerhand. Uw rechterhand moet zich onder uw linkerhand bevinden en uw vingers moeten rond de toetsen gekruld zijn.
6. Gebruik je linkerhand om de toetsen in te drukken. De toetsen openen en sluiten de gaten in de fagot en produceren geluid.
7. Gebruik je rechterhand om de noten te vingeren. De vingers van je rechterhand bedekken en ontdekken de gaten in de fagot, waardoor verschillende toonhoogtes ontstaan.
8. Blaas in de holte van de fagot. De lucht die je in de fagot blaast, zorgt ervoor dat het riet gaat trillen, waardoor er geluid ontstaat.
9. Controleer de toonhoogte van het geluid door de druk van uw lucht en de positie van uw vingers aan te passen. Hoe harder je blaast, hoe hoger de toonhoogte van het geluid. Hoe verder je de gaten met je vingers bedekt, hoe lager de toonhoogte van het geluid.
10. Speel fagot! Experimenteer met verschillende noten en ritmes. Veel plezier!