Autoharp :Een snaarinstrument dat wordt bespeeld door met één hand op de snaren te tokkelen terwijl u met de andere hand de gewenste noten indrukt.
Balalaika :Een Russisch snaarinstrument met een driehoekig lichaam en drie snaren.
Bandoneon :Een soort concertina die populair is in Argentinië en Uruguay.
Banjo :Een snaarinstrument met een rond lichaam en een lange nek.
Fagot :Een houtblazersinstrument met dubbel riet en een lang, gebogen lichaam.
Cello :Een snaarinstrument dat bespeeld wordt door met het instrument tussen de benen te zitten en een strijkstok te gebruiken om de snaren te bespelen.
Klarinet :Een houtblazersinstrument met één riet en een cilindrisch lichaam.
Contrabas :Een snaarinstrument dat het grootste en laagste lid van de vioolfamilie is.
Fluit :Een houtblazersinstrument dat wordt bespeeld door lucht door een gat in de zijkant van het instrument te blazen.
Gitaar :Een snaarinstrument met een platte body en zes snaren.
Harp :Een snaarinstrument dat wordt bespeeld door met de vingers aan de snaren te tokkelen.
Klavecimbel :Een toetsinstrument dat geluid produceert wanneer stekels aan de snaren tokkelen.
Luit :Een snaarinstrument met een peervormig lichaam en een lange nek.
Mandoline :Een snaarinstrument met een rond lichaam en vier snaren.
Hobo :Een houtblazersinstrument met dubbel riet en een conisch lichaam.
Orgel :Een toetsinstrument dat geluid produceert door perslucht te gebruiken om lucht door pijpen te persen.
Piano :Een toetsinstrument dat geluid produceert wanneer hamers op snaren slaan.
Recorder :Een houtblazersinstrument dat wordt bespeeld door lucht in het mondstuk te blazen.
Saxofoon :Een houtblazersinstrument met één riet en een conisch lichaam.
Sitar :Een snaarinstrument uit India met een lange, smalle hals en een kalebasvormig lichaam.
Synthesizer :Een elektronisch instrument dat een grote verscheidenheid aan geluiden kan produceren.
Pauken :Een percussie-instrument dat bestaat uit een stel grote, afgestemde drums.
Trombone :Een koperblaasinstrument met een lange schuif die wordt gebruikt om de toonhoogte van het instrument te veranderen.
Trompet :Een koperinstrument met een cilindrisch lichaam en een uitlopende beker.
Tuba :Een koperinstrument met een groot, conisch lichaam en een lage toonhoogte.
Ukelele :Een snaarinstrument met een kleine, ronde body en vier snaren.
Viool :Een snaarinstrument dat bespeeld wordt door het tussen de kin en de schouder te houden en een strijkstok te gebruiken om de snaren te bespelen.
Altviool :Een snaarinstrument dat groter en lager is dan de viool.
Altviolen :Een snaarinstrument dat groter en lager is dan de altviool.