Vers 1 en vers 2
- Hoofdriff/melodie:Tijdens couplet 1 en 2 speelt de sax een eenvoudige melodie. Dit is het hoofdthema dat zich door het hele nummer herhaalt.
Koor
- Korte improvisatie:In refrein 2 doet de saxofoon een korte improvisatie op basis van de melodie van couplet 1 en couplet 2.
Vers 3
- Riffvariaties:In het derde couplet speelt de saxofoon variaties op de hoofdriff, opbouwend naar de solo.
Alleen
- Blueslicks:De solo is gebaseerd op blueslicks en -patronen, met enkele chromatische tonen voor extra kleur. Focus op frasering, dynamiek en articulatie om een soulvolle en emotionele solo te creëren.
- Begin met eenvoudige blueslicks en -zinnen. Oefen met het spelen van deze licks in verschillende octaven en met verschillende versieringen.
- Voeg chromatische noten toe om spanning en ontspanning aan je solo toe te voegen.
- Experimenteer met verschillende ritmische patronen en syncopen om je solo interessanter en dynamischer te maken.
Uittro
- Herformulering van de hoofdriff:de sax herhaalt kort de hoofdriff vanaf het begin van het nummer om de solo af te sluiten.