1. Lipspanning: Dit is de belangrijkste manier om van octaaf te wisselen op de trompet. Door de spanning in je lippen te verhogen, kun je hogere tonen produceren. Omgekeerd kun je, door je lippen te ontspannen, lagere tonen produceren. Door lipflexibiliteit en embouchure-controle te oefenen, kun je soepel van octaaf wisselen.
2. Gedeeltelijkheden (vingerzettingen): Trompetten hebben specifieke vingercombinaties, partiële tonen genoemd, voor elke noot in verschillende registers. Door verschillende partiële tonen te gebruiken, kunt u van octaaf wisselen zonder de lipspanning aanzienlijk te veranderen. Als u bijvoorbeeld een noot een octaaf hoger wilt spelen, kunt u dezelfde vingerzetting gebruiken, maar de lipspanning iets verhogen.
Hier is een vereenvoudigde handleiding voor het schakelen tussen octaven met behulp van gedeeltelijke tonen:
- Laag octaaf:
- 1e gedeeltelijk:geen kleppen ingedrukt (open)
- 2e Gedeeltelijk:2e klep (2)
- 3e Gedeeltelijk:1e klep (1)
- 4e Gedeeltelijk:1e en 2e ventiel (1+2)
- Midden octaaf:
- 5e gedeeltelijk:geen kleppen ingedrukt (open), hoger register
- 6e Gedeeltelijk:2e klep (2), hoger register
- 7e Gedeeltelijk:3e klep (3)
- 8e Gedeeltelijk:1e ventiel (1), hoger register
- Hoge octaaf:
- 9e Gedeeltelijk:1e en 2e ventiel (1+2), hoger register
- 10e Gedeeltelijk:3e en 4e ventiel (3+4)
- 11e Gedeeltelijk:1e en 3e ventiel (1+3)
- 12e Gedeeltelijk:4e klep (4)
Onthoud dat het wisselen van octaven oefening en coördinatie tussen lipspanning en vingerzetting vereist. Het is belangrijk om de basisprincipes van embouchure en adembeheersing onder de knie te krijgen voordat je je concentreert op octaafveranderingen.