Vioolspelers zijn verantwoordelijk voor het spelen van de melodie of de primaire muzieklijn in veel orkest- en kamermuziekwerken. Zij spelen een cruciale rol bij het vormgeven van de muzikale interpretatie en balans van het ensemble. De ene vioolpartij vereist vaak geavanceerde technische vaardigheden, waaronder behendigheid, nauwkeurige intonatie en het vermogen om een heldere en expressieve toon te produceren.
Vioolspelers werken nauw samen met de dirigent en andere instrumentalisten om ervoor te zorgen dat het ensemble een uniforme en samenhangende uitvoering bereikt. Ze moeten beschikken over uitstekende leesvaardigheid en het vermogen om zich snel aan te passen aan veranderingen in tempo, dynamiek en articulatie.
De term "viool één" wordt gebruikt om deze groep violisten te onderscheiden van de viool twee (of tweede viool) sectie, die lagere partijen speelt en vaak de begeleiding biedt van de melodieën van viool één. De secties viool één en viool twee vormen samen de kern van de strijkerssectie in een orkest of ensemble.