Welke instrumenten worden gebruikt in Yoruba-muziek?

Pratende trommel (gbedu):De pratende trommel, ook bekend als de dùndún of dundun, is een membranofoon die veel wordt gebruikt in West-Afrika. Het bestaat uit een zandlopervormig houten lichaam (gemaakt van hout dat in een rechthoekige vorm is gesneden en vervolgens is uitgehold) met aan beide uiteinden bevestigde huiden. Terwijl het ene vel fungeert als het belangrijkste speeloppervlak, dient het andere vel voor het stemmen, het aanpassen van de toonhoogte en het dempen van de ongewenste duurzaamheid van de drum.

Bata trommel (bàtá):De batá-trommel is een zandlopervormige trommel, oorspronkelijk afkomstig van de Yoruba-bevolking in Nigeria en Benin. Er zijn drie standaardmaten van het instrument:iyá ilú ("moedertrommel"), itótele (tweede of "pratende" trommel) en okónkolo ("kleine trommel"). Batá-trommels zijn de heilige trommels van de religieuze Shango-traditie.

Zeker (aṣẹkẹrẹ):een ayo-zandlopervormige kalebas bedekt met kralen, kauri's of gaas dat geluid produceert als het vanaf het ene uiteinde wordt geschud.

Agogo bel (ágogo):een dubbele bel die tonen voortbrengt uit twee kleine belletjes die worden aangeslagen met een metalen stok of met een klopper gemaakt van een gebogen stuk metalen staaf die aan het frame is bevestigd.

Omele :een trommel gemaakt van een uitgesneden kalebaslichaam met een speelhoofd van koeienhuid.

Shekere :een gedroogde kalebas met kralen die in een net erover zijn geweven, die geluid produceert als hij aan één kant wordt geschud.

Oja :een tweekoppige cilindrische of conische trommel van hout of metaal, met aan één of beide uiteinden een kop van koeienhuid of geitenleer.

Op Ifa (een waarzegblad gebruikt door de Babalawos (Ifa-priesters)