Enkele van de vroegste trompetten werden gevonden in het oude Egypte en Mesopotamië en dateren van rond 2000 voor Christus. Deze vroege trompetten waren gemaakt van metaal, zoals brons of koper, en werden gebruikt voor militaire doeleinden, zoals het laten klinken van de aanval in de strijd.
Trompetten werden ook gebruikt in het oude Griekenland en Rome, en werden vaak geassocieerd met religieuze ceremonies en rituelen. De Griekse trompet stond bekend als een salpinx, terwijl de Romeinse trompet bekend stond als een tuba.
De trompet werd gedurende de middeleeuwen en de renaissance gebruikt, en het ontwerp en de constructie evolueerden geleidelijk. Tegen de 17e eeuw was de trompet een geavanceerder instrument geworden, met kleppen waarmee een breder scala aan noten kon worden gespeeld.
De moderne trompet werd ontwikkeld in de 19e eeuw, met de toevoeging van een vierde klep en het gebruik van messing als primair materiaal voor de constructie. Dit maakte de trompet gemakkelijker te bespelen en zorgde ervoor dat er een groter bereik aan noten kon worden geproduceerd.
De trompet is sindsdien een populair instrument geworden in vele muziekgenres, waaronder jazz, klassiek, rock en pop. Het is een veelzijdig instrument dat zowel voor solo- als ensemblespel kan worden gebruikt.
Tegenwoordig is de trompet een van de meest bespeelde instrumenten ter wereld, en het blijft een belangrijk onderdeel van veel muzikale tradities.