De pijpen van panfluiten zijn meestal gemaakt van bamboe, hout of plastic. Ze zijn meestal in een rechte lijn gerangschikt, maar ze kunnen ook in een cirkel of andere vormen worden gerangschikt. De langste pijp bevindt zich meestal onderaan de set en de kortste pijp bevindt zich bovenaan.
Panfluiten worden bespeeld door over de open uiteinden van de pijpen te blazen. De adem van de speler creëert een trilling in de lucht in de pijpen, waardoor een geluid ontstaat. De toonhoogte van het geluid is afhankelijk van de lengte van de pijp. Langere pijpen produceren lagere toonhoogtes, terwijl kortere pijpen hogere toonhoogtes produceren.
Panfluiten kunnen worden bespeeld om een verscheidenheid aan melodieën en harmonieën te produceren. Ze worden vaak gebruikt in volksmuziek, en ze worden ook gebruikt in sommige klassieke muziekcomposities.
Panfluit is een relatief eenvoudig instrument om te leren bespelen. Ze zijn een goede keuze voor beginners die een blaasinstrument willen leren.