Het lichaam van een viool bestaat uit een holle houten kist met een gebogen klankbord, of buik, en een platte houten achterkant, vaak gemaakt van esdoorn. De randen van het klankbord zijn boven de achterkant verhoogd, waardoor een kleine hoek ontstaat die wegloopt van de toets. De ronding van de zangbodem en de achterkant bepaalt de akoestische eigenschappen van de viool, zoals het bereik en de klankdiepte.
2. Nek
De hals van een viool sluit schuin aan op het lichaam. Het bestaat uit een houten schacht die de toets en pennen ondersteunt. De toets is gemaakt van donker, dicht hout, typisch ebbenhout, en is voorzien van verhoogde houten randen, of frets, die dienen als geleiders voor de vingers van de violist.
3. Scroll
Aan het uiteinde van de nek, net onder de pinnen, bevindt zich de vioolrol. Dit sierlijke, decoratieve stuk is gemaakt van hetzelfde hout als het lichaam of de nek en heeft vaak een uitgesneden hoofd, dat een mens of dier kan voorstellen.
4. Tekenreeksen
Een viool heeft vier snaren, elk gestemd op specifieke intervallen. Traditioneel werden de snaren gemaakt van darmen, maar moderne snaren kunnen gemaakt zijn van synthetische materialen of zelfs van metaal. De snaren zijn aan de onderkant van de body bevestigd met een staartstuk, dat van hout of composietmateriaal kan zijn gemaakt.
5. Brug
De brug zit direct boven het klankbord en ondersteunt de snaren. Het is gemaakt van een stuk hardhout met een hoge dichtheid en is subtiel gebogen om de spanning van de snaren gelijkmatig over de zangbodem te verdelen.
6. Pinnen
De vier pinnen van de viool worden in gaten in de rol gestoken. Ze worden gebruikt om de spanning van de snaren aan te passen en de viool te stemmen. Elke pin wordt voorzichtig gedraaid om de spanning van de snaar te verhogen of te verlagen en deze op één lijn te brengen met de gewenste noot.
7. Kinsteun
Om de kin van de violist tijdens het spelen te ondersteunen, is er een kinsteun aan het lichaam van de viool bevestigd. Het kan worden gemaakt van ebbenhout, hout of synthetisch materiaal en is verstelbaar voor comfort.
8. Eindpin
De eindpin van de viool is een metalen staaf die zich verticaal uitstrekt vanaf de onderkant van het lichaam. Het kan worden ingetrokken of verlengd om de totale hoogte van de viool aan te passen. In speelpositie zit de eindpin op de grond, wat ondersteuning biedt en helpt de viool in evenwicht te brengen.
9. Buigen
Hoewel technisch gezien geen onderdeel van de viool zelf, is de strijkstok een essentieel onderdeel van het bespelen van het instrument. Het bestaat uit een houten schacht met een bocht aan het ene uiteinde en paardenhaar dat strak tussen de twee uiteinden is gespannen. De violist trekt de strijkstok over de snaren om geluid te produceren.