In een junglestadje woonde Anny
Met haar hart zo wild, haar geest vrij
Ze danste en zong onder de zachte glans van de maan
En droom van avonturen die ze ooit zou meemaken
(Koor)
Anny, Annie in het junglestadje
Waar dromen de vrije loop hebben en harten wild zijn
Ze lachte en speelde, en fronste nooit
In haar junglestadje, een zorgeloos kind
(Vers 2)
Haar dagen waren gevuld met gelach en vreugde
Ze slingerde aan bomen en achtervolgde vlinders
Met haar hart zo puur, zou ze nooit rouwen
En alle dieren met wie ze vriendschap zou sluiten, waren zo wijs
(Koor)
Anny, Annie in het junglestadje
Waar dromen de vrije loop hebben en harten wild zijn
Ze lachte en speelde, en fronste nooit
In haar junglestadje, een zorgeloos kind
(Brug)
Terwijl de zon laag onderging en de nacht naderde
Anny verzamelde zich bij de gloed van het kampvuur
Ze vertelde haar verhalen over alles wat ze die dag had gedaan
En laat haar vrienden lachen met haar verhalen die zo vrolijk zijn
(Koor)
Anny, Annie in het junglestadje
Waar dromen de vrije loop hebben en harten wild zijn
Ze lachte en speelde, en fronste nooit
In haar junglestadje, een zorgeloos kind
(Outro)
In het junglestadje blijft Anny
Voor altijd jong, voor altijd wild
Haar geest vrij, haar hart zo vrolijk
In haar junglestadje zal ze nooit oud worden