In een wereld van suikerpruimverrukking,
Waar snoepstokken dansen in de schemering,
Er ligt een plek waar harten vluchten,
Op kerstavond onder het zachte licht van de maan.
(Pre-refrein)
Jingle-bommen, fonkelend in de hoogte,
Een lust voor het oog, ze reiken naar de hemel.
Zoete explosies, een lust voor het oog,
Vul de nacht met krachtige kleuren.
(Koor)
Jingle-bommen, barstend in de lucht,
Een symfonie van vreugde, ongeëvenaard.
De geest ontsteken, een spreuk uitspreken,
Jingle-bommen, ze weven hun magie goed.
(Vers 2)
Kinderen fluisteren en giechelen van vreugde,
Terwijl de jingle-bommen dansen en harten bevrijden.
Elke explosie is een uitbarsting van pure gelukzaligheid,
Een wereld creëren waar dromen elkaar kussen.
(Pre-refrein)
Jingle-bommen, fonkelend in de hoogte,
Een lust voor het oog, ze reiken naar de hemel.
Zoete explosies, een lust voor het oog,
Vul de nacht met krachtige kleuren.
(Koor)
Jingle-bommen, barstend in de lucht,
Een symfonie van vreugde, ongeëvenaard.
De geest ontsteken, een spreuk uitspreken,
Jingle-bommen, ze weven hun magie goed.
(Brug)
In deze zoete droom, waar wonderen samenvloeien,
Jingle-bommen ontbranden, zonder einde.
Elk moment wordt gekoesterd, een heldere herinnering,
Terwijl jingle-bommen de kerstnacht verlichten.
(Pre-refrein)
Jingle-bommen, fonkelend in de hoogte,
Een lust voor het oog, ze reiken naar de hemel.
Zoete explosies, een lust voor het oog,
Vul de nacht met krachtige kleuren.
(Koor)
Jingle-bommen, barstend in de lucht,
Een symfonie van vreugde, ongeëvenaard.
De geest ontsteken, een spreuk uitspreken,
Jingle-bommen, ze weven hun magie goed.
(Outro)
Terwijl de nacht vervaagt, blijft de magie hangen,
De zoete smaak van vreugde, op onze vingers.
Jingle-bommen, een grootse kersttraditie,
Voor altijd gekoesterd in de harten van het land.