En als het droog en klaar is, dan zal ik dreidel spelen,
Oh, dreidel, dreidel, dreidel, ik heb het van klei gemaakt.
Ik heb een kleine dreidel, ik heb hem van klei gemaakt,
En als het droog en klaar is, dan zal ik dreidel spelen.
Oh, dreidel, dreidel, dreidel, ik heb het van klei gemaakt.
Mijn dreidel heeft vier zijden, met op elke zijde Hebreeuwse letters,
Nun, Gimel, Hey en Shin, die de toespraak van een dreidel spellen,
Oh, dreidel, dreidel, dreidel, ik heb het van klei gemaakt.
Ik draai mijn dreidel, hij draait rond en rond,
Soms valt het op Nun, en soms valt het op Gimel,
Oh, dreidel, dreidel, dreidel, ik heb het van klei gemaakt.
Als het op Hey valt, krijg ik de helft van de pot,
Als het op Shin valt, stop ik er een terug,
Oh, dreidel, dreidel, dreidel, ik heb het van klei gemaakt.
Ik speel en ik zing en ik dans de hele dag,
Met mijn dreidel die van klei is gemaakt,
Oh, dreidel, dreidel, dreidel, ik heb het van klei gemaakt.
Dus kom, laten we spelen, op deze vreugdevolle dag,
En samen zingen en dansen, op vakantie,
Oh, dreidel, dreidel, dreidel, ik heb het van klei gemaakt.