In een wereld van kleuren en dromen die ronddraaiden,
Daar waren jij en ik, in een verhaal dat zich ontvouwde.
Net als de zon en de maan vonden we onze weg,
Twee harten verstrengeld, wat er ook gebeurt.
(Koor)
Toen jij en ik er waren,
Oh, de momenten die we zo vrolijk deelden.
Door hoogte- en dieptepunten stonden we als één,
Een band zo sterk, onder de zon.
(Vers 2)
We wandelden hand in hand door groene weiden,
Fluister lieve woordjes, ons gelach scherp.
Elke zonsopgang bracht nieuwe hoop en licht,
Jouw aanwezigheid, mijn leidende ster, zo helder.
(Pre-refrein)
De tijd stond stil in jouw omhelzing,
Een canvas van liefde schilderen, voorbij tijd en ruimte.
Met elke dag die voorbijging, werd ons hart groter,
Een liefdesverhaal dat je voor altijd zou blijven afvragen.
(Vers 3)
We werden geconfronteerd met uitdagingen, de wind van het lot
Maar samen vonden we de kracht om te navigeren.
Door stormen en golven trotseerden we de zee,
Wij houden van het kompas en bevrijden ons.
(Koor)
Toen jij en ik er waren,
Oh, de momenten die we zo vrolijk deelden.
Door hoogte- en dieptepunten stonden we als één,
Een band zo sterk, onder de zon.
(Brug)
Maar de reis van het leven nam zijn onvoorspelbare wending,
Het scheidt ons en laat harten verlangen.
Hoewel paden kunnen veranderen en de afstand groter kan worden,
Herinneringen blijven, een eeuwige gloed.
(Vers 4)
In de echo van de melodie van onze liefde,
We vinden troost, ook al zijn we fysiek niet langer vrij.
Je glimlach blijft nog steeds hangen in mijn geestesoog,
Een herinnering aan de liefde die nooit echt sterft.
(Koor)
Toen jij en ik er waren,
Oh, de momenten die we zo vrolijk deelden.
Door hoogte- en dieptepunten stonden we als één,
Een band zo sterk, onder de zon.
(Outro)
En terwijl ik door de kronkelige weg van het leven reis,
Ik zal de herinneringen koesteren, ons verhaal onverteld.
Want toen jij en ik er nog waren,
De essentie van ware liefde zal eeuwig bestaan.