1. Ballet :
- Klassieke dansvorm afkomstig uit West-Europa.
- Bevat nauwkeurige technieken, gratie en verhalen vertellen.
2. Moderne dans :
- 20e-eeuwse dansvorm die zich losmaakte van de balletconventies.
- Richt zich op individuele expressie en experimenten.
3. Jazzdans :
- Ontstaan in Afro-Amerikaanse gemeenschappen in het begin van de 20e eeuw.
- Bekend om improvisatie, ritmes en sterke bewegingen.
4. Tik op Dans :
- Gekenmerkt door ritmisch tikken van de voeten op de vloer.
- Vaak begeleid door muziek-percussie-instrumenten.
5. Ballroomdans :
- Partnerschapsdans uitgevoerd op ballroommuziek.
- Voorbeelden zijn wals, tango, foxtrot, cha-cha, salsa, enz.
6. Volksdans :
- Traditionele dansen geërfd van verschillende culturen en doorgegeven van generatie op generatie.
- Brengt vaak culturele verhalen en waarden tot uitdrukking.
7. Hiphopdans :
- Ontwikkeld aan het einde van de 20e eeuw binnen stedelijke gemeenschappen.
- Bevat verschillende urban dansstijlen zoals breakdancing, popping, locken, etc.
8. Hedendaagse dans :
- Fusie van verschillende dansgenres, waarbij innovatieve bewegingen en thema's worden onderzocht.
9. Latijns-Amerikaanse dans :
- Verscheidenheid aan dansen afkomstig uit Latijns-Amerika en Spanje.
- Bekende voorbeelden zijn salsa, bachata, samba, flamenco, enz.
10. Afrikaanse dans :
- Breed scala aan dansvormen uit verschillende delen van Afrika.
- Benadrukt ritme, lichaamsisolaties en culturele rituelen.
11. Vechtsportdans :
- Combinatie van dans- en vechtsporttechnieken.
- Voorbeelden zijn capoeira en wushu.
12. Paaldans :
- Acrobatische dansvorm uitgevoerd op een verticale paal.