1. Mythen: Mythen zijn verhalen die de oorsprong en aard van het universum, de wereld en de mensheid verklaren. Vaak zijn er bovennatuurlijke wezens bij betrokken, zoals goden, godinnen en geesten, en geven ze verklaringen voor natuurverschijnselen, menselijk gedrag en culturele praktijken. Voorbeelden van Filippijnse mythen zijn onder meer het verhaal van de schepping van de wereld uit een bamboestengel ("Alamat ng Unang Tao"), de mythe van de oorsprong van de sterren ("Alamat ng mga Bituin") en het verhaal van de schepping van de eerste man en vrouw uit klei ("Alamat ng Tao").
2. Legendes: Legenden zijn verhalen die zijn gebaseerd op historische gebeurtenissen of figuren, maar zijn verfraaid met bovennatuurlijke of wonderbaarlijke elementen. Ze draaien vaak om heldendaden, oorlogen, romantische relaties of ontmoetingen met bovennatuurlijke wezens. Voorbeelden van Filippijnse legendes zijn onder meer het verhaal van Bernardo Carpio, een legendarische reus die vastzat in een berg en naar verluidt de oorzaak was van aardbevingen, en de legende van Maria Makiling, een berggeest waarvan wordt aangenomen dat hij de berg Makiling in Laguna beschermt.
3. Epische verhalen: Epics zijn lange, verhalende gedichten die de avonturen en heldendaden van legendarische helden of mythische figuren vertellen. Vaak zijn er bovennatuurlijke elementen en gevechten tegen kwade krachten betrokken. Voorbeelden van Filippijnse heldendichten zijn onder meer de 'Hinilawod', een epos uit de regio Panay dat het verhaal vertelt van de held Humadapnon en zijn zoektocht om zijn volk te redden, en de 'Ibalon', een epos uit de regio Bicol dat de heldendaden van de Filippijnse helden vertelt. held Bantoegan.
4. Fabels: Fabels zijn korte, didactische verhalen die een morele les leren of een stukje wijsheid overbrengen. Meestal gaat het om dierlijke karakters en allegorische elementen. Voorbeelden van Filippijnse fabels zijn onder meer het verhaal van "The Monkey and the Turtle" ("Ang Matsing at ang Pagong"), dat de waarde van geduld en doorzettingsvermogen leert, en de fabel van "The Ant and the Grasshopper" ("Ang Langgam at ang Tipaklong"), waarin het belang van planning en hard werken wordt benadrukt.
5. Sprookjes: Sprookjes zijn fictieve verhalen waarin vaak magische elementen voorkomen, zoals feeën, elfen, heksen en pratende dieren. Ze bevatten doorgaans een hoofdrolspeler die uitdagingen overwint en een happy end bereikt. Voorbeelden van Filippijnse sprookjes zijn onder meer het verhaal van "The Magic Banana Tree" ("Ang Mahiwagang Punong Saging"), dat het verhaal vertelt van een arme boer die een magische bananenboom vindt die wensen vervult, en het sprookje van "The Sleeping Princess" ("Ang Prinsesang Natutulog"), waarin een prinses wordt afgebeeld die honderd jaar in slaap valt en wordt gewekt door een kus.
6. Spookverhalen: Spookverhalen, ook wel aswang-verhalen of horrorverhalen genoemd, zijn verhalen die draaien om ontmoetingen met bovennatuurlijke wezens zoals geesten, vampiers, heksen en andere kwaadaardige wezens. Ze zijn vaak bedoeld om het publiek bang te maken of te enthousiasmeren en thema's als de dood, angst en het onbekende te onderzoeken. Voorbeelden van Filippijnse spookverhalen zijn onder meer het verhaal van de "Witte Dame" ("Ang Babaeng Puti"), een spookachtige figuur die naar verluidt bepaalde plaatsen achtervolgt, en het verhaal van "The Kapre" ("Ang Kapre"), een gigantische boom -een wezen dat op mensen jaagt.