Graad 2: Meer geavanceerde arrangementen van klassieke stukken, met complexere akkoorden en ritmes.
Graad 3: Arrangementen van meer uitdagende klassieke stukken, met de nadruk op technische nauwkeurigheid.
Graad 4: Zeer geavanceerde arrangementen van klassieke stukken, die vaak een hoog niveau van technische vaardigheid en muzikaliteit vereisen.
Graad 5: De hoogste moeilijkheidsgraad, gereserveerd voor de meest gevorderde concertartiesten.