Elke tel kan worden verdeeld in kleinere eenheden die onderverdelingen worden genoemd. De meest gebruikelijke onderverdeling is de achtste noot, die een tel in twee gelijke delen verdeelt. Andere onderverdelingen zijn onder meer zestiende noten, triolen en gestippelde noten.
Muzikanten gebruiken de beat om bij elkaar te blijven en hun spel te coördineren. Het helpt luisteraars ook het ritme te voelen en de structuur van de muziek te begrijpen.
Het tempo van een muziekstuk verwijst naar de snelheid waarmee de beat wordt gespeeld. Tempo kan worden aangegeven met termen als "adagio" (zeer langzaam), "andante" (matige snelheid), "allegro" (snel), of door specifieke metronoommarkeringen.
Het aanhouden van een constante maat is cruciaal voor ensembleprestaties en ritmische nauwkeurigheid in muziek. Muzikanten gebruiken vaak verschillende technieken, zoals tikken met hun voet, klappen in de handen of het volgen van een klikspoor om een consistent tempo aan te houden.