Aan de positieve kant, het patronagesysteem voorzag in financiële steun voor het werk van Mozart, waardoor hij muziek kon componeren zonder zich zorgen te hoeven maken over onmiddellijke financiële druk. Dit stelde hem in staat nieuwe muzikale ideeën te verkennen en met verschillende stijlen te experimenteren, wat resulteerde in enkele van zijn meest innovatieve en baanbrekende composities. Mozarts opera 'Die Zauberflöte' werd bijvoorbeeld geschreven in opdracht van de directeur van het Schikaneder Theater, waardoor Mozart de grenzen van de operacompositie kon verleggen en een werk kon creëren dat nog steeds als een van zijn grootste meesterwerken wordt beschouwd.
Aan de negatieve kant, het patronagesysteem legde ook bepaalde beperkingen op aan de creativiteit van Mozart. Begunstigers hadden vaak specifieke voorkeuren en verwachtingen voor de muziek die zij opdracht gaven, wat de artistieke vrijheid van Mozart kon beperken. Bovendien zou het patronagesysteem kunnen leiden tot concurrentie en rivaliteit tussen componisten, omdat zij de gunst van rijke opdrachtgevers zochten. Dit zou voor Mozart een stressvolle en competitieve omgeving kunnen creëren, wat mogelijk zijn creatieve proces zou kunnen beïnvloeden.
Over het geheel genomen had het patronagesysteem een aanzienlijke invloed op de muziek van Mozart en bood het zowel kansen als uitdagingen die zijn werk en nalatenschap vormgaven.