1. Waargenomen associatie met marihuana: Reggaemuziek werd vaak geassocieerd met het gebruik van marihuana, ook wel bekend als "ganja" in Jamaica, en de Rastafari-beweging. Dit leidde tot kritiek van sommigen die het gebruik van marihuana als een negatieve invloed beschouwden.
2. Politieke en sociale boodschappen: Reggae pakte vaak sociale en politieke kwesties aan, zoals armoede, ongelijkheid en onrechtvaardigheid, wat soms leidde tot kritiek van degenen die vonden dat deze onderwerpen niet in de muziek mochten worden opgenomen.
3. Dancehall-muziekkritiek: Een subgenre van reggae genaamd "dancehall" ontstond in de jaren zeventig en tachtig, waarin elementen van hiphop waren verwerkt en seksueel suggestieve teksten waren opgenomen. Dit leidde tot kritiek van degenen die vonden dat dancehall vulgariteit en immoraliteit promootte.
4. Bezorgdheid over culturele toe-eigening: Toen reggaemuziek wereldwijd aan populariteit won, uitten sommige critici hun bezorgdheid over culturele toe-eigening, waarbij ze beweerden dat niet-Jamaicaanse artiesten de Jamaicaanse cultuur uitbuitten voor financieel gewin zonder de grondleggers van het genre de nodige eer te geven.
5. Gebrek aan mainstream-aantrekkingskracht: In sommige gevallen werd reggaemuziek bekritiseerd vanwege zijn beperkte aantrekkingskracht buiten het kernpubliek. Critici voerden aan dat het gebruik van patois door reggae, het vaak trage tempo en de focus op sociaal commentaar de wijdverbreide acceptatie ervan belemmerden.
Ondanks deze kritiek wordt reggaemuziek ook alom geprezen vanwege de culturele betekenis ervan, de invloed ervan op andere genres en het vermogen om boodschappen van sociale verandering en eenheid over te brengen. In de loop van de tijd is de populariteit van het genre aanzienlijk gegroeid, en veel van de kritiek waarmee het in de beginperiode te maken kreeg, zijn verzacht of aangepakt.