Een traditionele orkest is samengesteld uit vier grote groepen of families van instrumenten : . Strijkers , houtblazers , koperblazers en slagwerk
Strings zijn instrumenten waarover snaren ofwel worden geplukt of geschraapt en gemanipuleerd om de muziek te maken . Voorbeelden hiervan zijn de viool en bas .
In blaasinstrumenten , zoals de klarinet en fluit , is de muziek die door de invoering van de lucht in het lichaam van een gesloten buis .
Brass instrumenten zijn ook wind instrumenten , en worden meestal gemaakt van het materiaal van de gelijknamige , maar kan ook worden gemaakt van andere metalen . Voorbeelden van koperblazers onder de hoorn , trompet en trombone .
percussie instrumenten worden in plaats van geslagen getokkeld of geblazen in om geluid te produceren . Deze instrumenten zijn onder andere trommels , bekkens en xylofoons .
Tafelschikking
Er is een algemeen aanvaarde tafelschikking voor de instrumenten van het orkest , gebaseerd op het tonen en nagalm van elk instrument .
de orkestrale instrumenten zullen worden verspreid in een halve cirkel op het podium tegenover het publiek , met de dirigent of de maestro op een podium in het midden . Tegenover het podium , zal de snaarinstrumenten die het dichtst bij het publiek en de dirigent zijn; het verplaatsen van links naar rechts over het podium zijn de violen , altviolen , cello's en bassen . Als er een harp in het orkest , wordt achter de violen geplaatst . Gelegen achter de snaren en in het midden van het podium ( direct rechts van de harp ) zijn de houten blaasinstrumenten , waaronder de fluiten , klarinetten , hobo's en fagotten . De koperblazers , met de hoorns , trompetten , trombones en tuba's , zal worden verspreid langs de achterkant en de rechterkant van het podium . De linksback deel van het podium is gereserveerd voor de percussie -instrumenten zoals bekkens , snare drums , bass drums en andere, zoals de xylofoon .