1. Meng en breng balans :De strijkerssectie fungeert als basis en hoofdgeluid van het orkest. Het biedt een rijk, warm en samenhangend geluid dat goed past bij andere instrumenten. Het grote aantal snaren zorgt voor een grotere controle over de dynamiek en klankkleur, waardoor ze andere secties kunnen balanceren en ondersteunen.
2. Veelzijdigheid :De strijkerssectie is uiterst veelzijdig en in staat een breed scala aan muzikale expressies te produceren. Het kan melodieën, harmonieën, tegenmelodieën, pizzicato, tremolo en verschillende strijktechnieken spelen, wat bijdraagt aan de algehele expressiviteit van het orkest.
3. Timbrale variatie :Met verschillende snaarinstrumenten, elk met hun unieke timbre, biedt de strijkerssectie diverse klankkleuren. De viool, altviool, cello en contrabas bieden verschillende stemmen die kunnen samenvloeien om complexe texturen en harmonieën te creëren. Deze verscheidenheid verrijkt het algehele klankpalet van het orkest.
4. Sectie afspelen :Strijkers worden vaak in secties bespeeld in plaats van als solisten. Dit zorgt voor een voller, uniformer geluid en zorgt voor meer controle over intonatie, balans en frasering. Het grote aantal spelers in de strijkerssectie maakt het mogelijk krachtige, resonerende tutti's en delicate, delicate passages te creëren.
5. Orkestrale traditie :Historisch gezien is de strijkerssectie een cruciaal onderdeel van het orkest geweest en vormde de kern van het ensemble. De traditie van het hebben van een grote strijkerssectie is door de eeuwen heen doorgegeven, en veel componisten hebben orkestwerken geschreven die specifiek de mogelijkheden van de strijkers benadrukken en exploiteren.
Samenvattend draagt de grote omvang van de strijkerssectie bij aan de algehele rijkdom, veelzijdigheid en expressieve kracht van het orkest, waardoor het een essentieel onderdeel wordt van de orkestklank.