Klein orkest (kamerorkest):
Een klein orkest kan een opstelling hebben van 2 tot 4 pauken.
Standaard Symfonie Orkest:
Een standaardsymfonieorkest heeft doorgaans een set van 4 tot 6 pauken. Dit zorgt voor meer flexibiliteit en variatie in termen van stemming en timbre.
Groot Symfonie Orkest:
Bij grotere symfonieorkesten kan het aantal pauken oplopen tot 8 of zelfs meer. Deze uitgebreide opstelling maakt een nog grotere veelzijdigheid mogelijk op het gebied van stemming, dynamiek en orkestrale effecten.
De specifieke eisen aan pauken in een orkest zijn afhankelijk van het repertoire en de voorkeuren van de dirigent en het orkest.
Het is vermeldenswaard dat sommige hedendaagse composities of experimentele opstellingen kunnen afwijken van deze typische bereiken, maar de hierboven genoemde cijfers zijn over het algemeen indicatief voor wat je vaak tegenkomt in orkesten.