1. De Grote Depressie: Tijdens de Grote Depressie in de jaren dertig moesten veel theaters vanwege de economische crisis sluiten. De daling van het beschikbare inkomen leidde tot een scherpe daling van het theaterbezoek, en veel theaters konden zichzelf financieel niet onderhouden.
2. Wereldoorlogen: Tijdens beide wereldoorlogen waren in veel landen theaters gesloten vanwege oorlogsomstandigheden en de noodzaak om middelen aan te wenden voor de oorlogsinspanningen. Dit omvatte de sluiting van theaters voor amusementsdoeleinden, evenals de sluiting van operahuizen, concertzalen en andere locaties voor optredens.
3. Censuur en politieke repressie: In sommige landen zijn theaters gesloten vanwege censuur of politieke repressie, waardoor de artistieke vrijheid en het vermogen van theaters om bepaalde voorstellingen of producties te presenteren, wordt beperkt.
4. COVID-19-pandemie: De COVID-19-pandemie, die in 2020 begon, leidde tot wijdverbreide sluitingen van theaters en uitgaansgelegenheden vanwege gezondheids- en veiligheidsproblemen, sociale afstandsmaatregelen en reisbeperkingen. Theaters over de hele wereld waren voor langere tijd gesloten, wat resulteerde in aanzienlijke financiële verliezen en verstoringen van de podiumkunstenindustrie.
Het is vermeldenswaard dat de sluiting van theaters een aanzienlijke impact kan hebben op de kunst- en cultuurscene in een regio. Het kan gevolgen hebben voor artiesten, crewleden, artiesten en de bredere theatergemeenschap, en kan ook de beschikbaarheid van culturele ervaringen voor het publiek beperken.