1. Adel en koningschap: De hogere klasse, waaronder leden van het koninklijk hof en aristocratische families, bezocht het theater regelmatig. Ze hadden een grote belangstelling voor artistieke en culturele bezigheden en het was bekend dat ze optredens bijwoonden van de belangrijkste theatergezelschappen van die tijd, waaronder Shakespeares acteergezelschap, The Lord Chamberlain's Men (later bekend als The King's Men).
2. Juridische professionals en studenten: Leden van de advocatuur, zoals advocaten, rechters en rechtenstudenten van de nabijgelegen Inns of Court, waren regelmatige bezoekers van de toneelstukken van Shakespeare. De juridische gemeenschap had een sterke waardering voor de literaire en intellectuele aspecten van theater en was vaak betrokken bij levendige debatten en discussies over de toneelstukken.
3. Handelaars en handelaren: Londen was in de tijd van Shakespeare een bruisend centrum voor handel en commercie, en rijke kooplieden en handelaars vormden een aanzienlijk deel van het theaterpubliek. Ze genoten van het bijwonen van toneelstukken als een vorm van amusement en vrije tijd.
4. Leerlingen en arbeidersklasse: Leerlingen, jonge mannen die een beroep moesten leren, maar ook leden van de arbeidersklasse uit verschillende beroepen, vormden vaak een groot deel van het publiek. Ze stonden in de goedkopere ruimtes en droegen bij aan de levendige sfeer tijdens optredens.
5. Acteurs en artiesten: Acteurs en collega-artiesten waren ook een belangrijke aanwezigheid in de theatergemeenschap. Ze kwamen kijken en leren van elkaars vak, en namen deel aan een samenwerkende theatrale cultuur die creativiteit en uitwisseling van ideeën bevorderde.