Naturalistisch acteren: Het moderne westerse theater bracht ook het concept van naturalistisch acteren met zich mee, dat de nadruk legt op emotionele authenticiteit en nuance in plaats van gestileerde gebaren en uitdrukkingen. Dit had een grote invloed op de Japanse acteertechnieken en leidde tot de ontwikkeling van vormen als shin-kabuki en geki.
Op de toneelschrijver gerichte aanpak: In het traditionele Japanse theater werd de toneelschrijver doorgaans niet zo belangrijk geacht als de acteurs of de regisseur. Het moderne westerse theater legde echter een grotere nadruk op de rol van de toneelschrijver. Als gevolg hiervan begonnen Japanse toneelschrijvers bekendheid te verwerven en werd er een diverser scala aan toneelstukken en thema's geproduceerd.
Verkenning van sociale kwesties: Modern westers theater ging vaak over sociale kwesties en politieke conflicten en weerspiegelde daarmee de onrust en verandering van de tijd. Het Japanse theater volgde deze trend, waarbij nieuwe toneelstukken opkwamen die hedendaagse sociale kwesties zoals industrialisatie, vrouwenrechten en de wederopbouw na de oorlog onderzochten. Toneelschrijvers als Kubo Sakae, Kinoshita Junji en Betsuyak Minoru stonden bekend om hun tot nadenken stemmende en sociaal relevante werken.
Technologische vooruitgang: Modern westers theater integreerde nieuwe technologieën zoals verlichting, geluidseffecten en toneelmachines. Deze ontwikkelingen hadden een aanzienlijke impact op het Japanse theater en versterkten het visuele en dramatische effect ervan. Dit leidde tot de ontwikkeling van meer uitgebreide en technologisch geavanceerde producties, vooral op het gebied van hedendaags en avant-garde theater.