In de loop van de tijd bleef het straattheater evolueren en zich over de hele wereld verspreiden. In middeleeuws Europa waren straatartiesten gebruikelijk op kermissen, markten en andere openbare bijeenkomsten, waarbij ze de menigte vermaakten met acrobatiek, jongleren, poppenspelen en andere acts. Tijdens de Renaissance werd het straattheater steeds verfijnder, met reizende groepen acteurs die uitgebreide toneelstukken en komedies opvoerden.
In de 19e en 20e eeuw kende straattheater een heropleving in populariteit, vooral in de context van sociale en politieke bewegingen. Straattheater werd gebruikt als instrument voor protest, educatie en bewustwording, waarbij artiesten hun kunst gebruikten om kwesties als armoede, ongelijkheid en sociale onrechtvaardigheid aan te pakken.
Tegenwoordig blijft straattheater floreren als een levendige en dynamische vorm van uitvoerende kunst. Het is te vinden in steden en dorpen over de hele wereld, waar artiesten een verscheidenheid aan technieken en stijlen gebruiken om het publiek te boeien en te entertainen.