Het Elizabethaanse tijdperk was een tijd van grote onrust en verandering, en Londen was bijzonder kwetsbaar voor ziekten. De stad was overbevolkt en onhygiënisch, en het uitbreken van de pest kwam vaak voor. In 1592 bijvoorbeeld kwamen in Londen bij een uitbraak van de pest naar schatting 15.000 mensen om het leven.
Omdat het Globe Theatre een openbare verzamelplaats was, was het bijzonder kwetsbaar voor de verspreiding van ziekten. Om de volksgezondheid te beschermen gaf de regering vaak opdracht om het theater te sluiten tijdens uitbraken van de pest.
Het Globe Theater was tijdens de vastentijd ook gesloten.
De vastentijd is een periode van veertig dagen van vasten en boetedoening, die begint op Aswoensdag en eindigt op Witte Donderdag. Tijdens de vastentijd werd het als ongepast beschouwd om deel te nemen aan enige vorm van amusement, inclusief het bezoeken van het theater.
Als gevolg van deze twee factoren was het Globe Theatre vaak gesloten. Hierdoor verloren acteurs en theatergezelschappen inkomsten en werd het voor het theater lastig om draaiende te blijven.
Het Globe Theatre was echter ook een zeer populaire locatie en het publiek wilde graag terugkomen zodra het weer openging. De veerkracht van het theater bij tegenslag getuigt van de kracht van live theater.