* Ontwikkeld in de 16e eeuw in Engeland
* Openluchttheaters, meestal gebouwd op binnenplaatsen van herbergen
* Thrust-podia, die zich uitstrekten tot in het publiek
* Geen kunstlicht, dus overdag waren er optredens
* Eenvoudige sets, vaak bestaande uit enkele rekwisieten en een geschilderde achtergrond
* Acteurs waren allemaal mannen en droegen vaak uitgebreide kostuums
* Toneelstukken werden doorgaans in verzen geschreven en waren vaak historisch of komisch van aard
* Het publiek was erg interactief en vaak vielen ze de acteurs lastig of gooiden ze dingen naar ze
Modern theater
* Ontwikkeld in de 19e eeuw
* Afgesloten theaters, met kunstlicht en comfortabele stoelen
* Proscenium-podia, die de acteurs van het publiek scheiden
* Uitgebreide sets, licht- en geluidseffecten
* Acteurs zijn zowel mannelijk als vrouwelijk en dragen realistische kostuums
* Toneelstukken zijn in verschillende stijlen geschreven en kunnen serieus, komisch of muzikaal zijn
* Het publiek is doorgaans stil en respectvol, en applaudisseert aan het einde van de voorstelling
Samenvattend was Tudor-theater een meer gemeenschappelijke en interactieve ervaring, terwijl modern theater meer gericht is op de voorstelling zelf.