Episch theater :
1. Brechtiaanse benadering: Episch theater wordt vooral geassocieerd met de Duitse toneelschrijver Bertolt Brecht. Brecht probeerde een vorm van theater te creëren die didactisch was en kritisch stond tegenover sociale kwesties.
2. Vervreemdingseffect: Episch theater maakt gebruik van het ‘vervreemdingseffect’ om te voorkomen dat het publiek emotioneel betrokken raakt bij het stuk en moedigt hen aan om de gebeurtenissen op het podium kritisch te onderzoeken.
3. Verteller: Episch theater maakt vaak gebruik van een verteller die het publiek rechtstreeks aanspreekt, context biedt en commentaar geeft op de actie van het stuk.
4. Niet-lineaire structuur: Episch theater houdt zich niet aan een lineaire verhaallijn. Het kan flashbacks, flashforwards en intermezzo's bevatten om een gefragmenteerd en onsamenhangend verhaal te presenteren.
5. Acteurs als verhalenvertellers: Acteurs in episch theater belichamen hun rol niet volledig, maar dienen eerder als verhalenvertellers die de gebeurtenissen in het stuk presenteren en becommentariëren.
6. Minimaal podiumontwerp: Episch theater heeft meestal een minimalistisch decorontwerp, met minimale rekwisieten en decoraties. De nadruk ligt op het verhaal en de ideeën in plaats van op uitgebreide beelden.
Naturalisme :
1. Ibsen en Stanislavski: Het naturalisme ontstond als reactie op de conventionele en kunstmatige theaterstijlen van de 19e eeuw. Het werd ontwikkeld door toneelschrijvers als Henrik Ibsen en theaterbeoefenaars als Konstantin Stanislavski.
2. Realisme in acteren: Naturalisme heeft tot doel een gevoel van realiteit op het podium te creëren. Acteurs streven ernaar hun personages volledig te belichamen en geloofwaardige uitvoeringen te creëren.
3. Illusie van de werkelijkheid: Naturalistische toneelstukken proberen een illusie van de werkelijkheid te creëren door veel aandacht te besteden aan authentieke dialogen, gedetailleerde instellingen en realistische karakters.
4. Vierde muur: Het naturalisme handhaaft de vierde muur, wat betekent dat de acteurs het publiek niet rechtstreeks aanspreken. De actie van het stuk speelt zich af binnen de grenzen van de fictieve wereld.
5. Lineair verhaal: Naturalistische toneelstukken volgen doorgaans een chronologische verhaalstructuur, waarbij het verhaal in een logische volgorde wordt ontvouwd.
6. Gedetailleerd landschap: Naturalisme beschikt vaak over uitgebreide decors en rekwisieten die zijn ontworpen om levensechte omgevingen na te bootsen en een gevoel van waarheidsgetrouwheid te creëren.
In essentie heeft episch theater tot doel een kritisch en analytisch perspectief op de samenleving te presenteren, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van gestileerde technieken om het publiek te distantiëren van het verhaal. Aan de andere kant streeft het naturalisme naar levensechte weergave, waarbij het publiek wordt ondergedompeld in een geloofwaardige illusie van de werkelijkheid door middel van realistisch acteerwerk en gedetailleerde instellingen.