1. Het puriteinse tijdperk :Het Second Globe Theatre werd in 1642 gesloten vanwege de groeiende invloed van de puriteinen in Engeland. De puriteinen, een religieuze groepering die bekend staat om hun strikte morele opvattingen, waren sterk gekant tegen theater en andere vormen van amusement. Ze geloofden dat theater zondig was en de publieke moraal corrumpeerde. Onder de puriteinse regering werden veel theaters, waaronder de Second Globe, gesloten of gesloopt.
2. De Engelse Burgeroorlog :De sluiting van het Second Globe Theatre viel ook samen met het uitbreken van de Engelse Burgeroorlog in 1642. Tijdens deze periode van politieke onrust en conflicten had de theaterindustrie zwaar te lijden. Veel acteurs en theaterpersoneel sloten zich aan bij de tegenkrachten en de publieke belangstelling voor het bijwonen van toneelstukken nam af. De politieke instabiliteit en ontwrichting veroorzaakt door de burgeroorlog droegen verder bij aan de sluiting van theaters.
3. De licentiewet :In 1737 nam het Britse parlement de Licensing Act aan, die strenge regels en beperkingen oplegde aan de theaterindustrie. De wet vereiste dat alle theaterproducties moesten worden goedgekeurd door Lord Chamberlain, een overheidsfunctionaris die de macht had om toneelstukken te censureren en uitvoeringen te verbieden die als ongepast of aanstootgevend werden beschouwd. Deze wet maakte het moeilijk voor theaters om vrij te opereren en beperkte de groei en ontwikkeling van de theaterindustrie in Engeland verder.