De bekendste van deze theaters in de voorsteden was de Globe, die in 1599 werd gebouwd door Lord Chamberlain's Men, een theatergezelschap waartoe ook William Shakespeare behoorde. The Globe bevond zich in Southwark, een district ten zuiden van de rivier de Theems dat bekend stond om zijn bordelen en andere onsmakelijke etablissementen. De Globe was echter ook een populaire bestemming voor theaterbezoekers uit heel Londen, die massaal stroomden om de toneelstukken van Shakespeare en die van andere vooraanstaande toneelschrijvers uit die tijd te zien.
In 1608 werd de Globe door een brand afgebrand, maar het jaar daarop werd hij herbouwd. The Globe bleef bestaan tot 1642, toen het werd gesloten door de puriteinen, die theater zagen als een zondige en verderfelijke invloed op de samenleving. Na het herstel van de monarchie in 1660 mochten de theaters weer opengaan, maar ze waren nu onderworpen aan strikte vergunningswetten die bedoeld waren om het soort wanorde te voorkomen dat met de Elizabethaanse theaters in verband werd gebracht. Als gevolg hiervan werden theaters niet langer in de ruigere delen van de stad gebouwd, maar in plaats daarvan in meer respectabele gebieden zoals Covent Garden en Drury Lane.