Dit wordt duidelijk gemaakt in Act I, Scene I van King Lear. Kent observeert de interacties van Lear met zijn dochters en merkt op hoe Lear de vleierij van Goneril voorstandert van Regan's meer ingetogen affecties.
Hier is het relevante fragment:
> Kent: "Ik kan niet denken ...
> Dat de koning van [Regan] beste houdt ...
> Ik zou het verder zien bewezen. "(Act 1, scène 1)
Het vermoeden van Kent wordt later bevestigd door de manier waarop Lear reageert op de eerste vriendelijkheid van Goneril en de coole reactie van Regan. Dit leidt tot zijn latere uitbarsting tegen Regan, die verder de indruk stolt dat Lear de voorkeur geeft aan Goneril.