Onderwijs van de hogere klasse:
- Jongens uit rijke families kregen doorgaans een klassieke opleiding, die Latijn, Grieks, literatuur, geschiedenis, filosofie en retoriek omvatte.
- Ze zouden kunnen beginnen met een privéleraar thuis en vervolgens doorstromen naar een middelbare school of een universiteit, zoals Oxford of Cambridge, als hun families het zich kunnen veroorloven.
Middenklasseonderwijs:
- Jongens uit de middenklasse zouden ook naar het gymnasium kunnen gaan, waar ze lezen, schrijven, rekenen en wat basislatijn zouden leren.
- Sommige gezinnen uit de middenklasse huurden privéleraren in voor hun kinderen, terwijl anderen hen naar stageprogramma's stuurden om een vak of ambacht te leren.
Onderwijs van lagere klassen:
- Kinderen uit gezinnen uit de lagere klassen hadden vaak geen toegang tot formeel onderwijs.
- Sommigen leerden elementaire geletterdheid en rekenvaardigheid via leerlingprogramma's of liefdadigheidsscholen.
- Veel kinderen uit de lagere klassen werkten vanaf jonge leeftijd om hun gezin te onderhouden, waardoor er weinig tijd overbleef voor scholing.
Meisjesonderwijs:
- Onderwijs voor meisjes was over het algemeen beperkt en gericht op praktische vaardigheden zoals lezen, schrijven en handwerken.
- Rijke gezinnen huurden misschien privéleraren in voor hun dochters, maar veel meisjes hadden geen toegang tot formeel onderwijs.
Het is belangrijk op te merken dat dit brede generalisaties zijn en dat er binnen elke sociale klasse uitzonderingen en variaties waren. Aangenomen wordt dat Shakespeare zelf een middelbare schoolopleiding heeft genoten, mogelijk aan King's New School in Stratford-upon-Avon, maar de volledige omvang van zijn formele opleiding is niet definitief bekend.