1. Bloedlijn en familiegeschiedenis :Het feit dat Roderick en Madeline een tweeling zijn, onderstreept het belang van bloedlijnen en familiegeschiedenis in de Usher-afstamming. Van de familie Usher wordt gezegd dat ze een lange en vooraanstaande afstamming heeft, maar ze wordt ook geplaagd door een erfelijke vloek die zich manifesteert in fysieke en mentale kwalen. De tweeling belichaamt de voortzetting van deze vervloekte afstamming en benadrukt het thema van familiale erfenis.
2. Dualiteit en dubbelgangers :Als tweeling vertegenwoordigen Roderick en Madeline een gevoel van dualiteit en spiegeling. Ze zijn een weerspiegeling van elkaar, zowel in hun fysieke verschijning als in hun persoonlijkheid. Madeline is een belichaming van etherische schoonheid, terwijl Roderick het verval en verval van het Usher-huis verpersoonlijkt. Deze spiegeling benadrukt verder de onderlinge verbondenheid van de tweeling en hun rol bij het weerspiegelen van de dualiteiten in het verhaal.
3. Gedeelde gevoeligheid en verval :Roderick en Madeline delen een intense, bijna buitenzintuiglijke band waardoor ze kunnen voelen wat de ander ervaart. Deze gedeelde gevoeligheid strekt zich ook uit tot hun fysieke achteruitgang. Naarmate de gezondheid van Madeline achteruitgaat, vertoont Roderick ook tekenen van ziekte, wat duidt op een diepgaande psychologische en emotionele band tussen de tweeling.
4. Het gespleten zelf en de waanzin :De intieme verbinding van de tweeling symboliseert ook het gespleten zelf, een psychologisch concept dat de verdeling van de geest in tegengestelde krachten suggereert. Rodericks mentale instabiliteit staat in contrast met Madeline's schijnbare lichamelijke ziekte, die de interne strijd tussen de bewuste en onbewuste aspecten van het zelf vertegenwoordigt.
5. Beeldspraak en symboliek :De tweeling wordt in het verhaal vaak afgebeeld met levendige en symbolische beelden. Madeline wordt beschreven als een "begraven bruid" en lijkt op een lijk, zelfs vóór haar daadwerkelijke dood, terwijl Roderick wordt gekenmerkt door zijn bleke, magere uiterlijk en gevoeligheid voor licht en geluid. Deze symbolische voorstellingen dragen bij aan de beklijvende sfeer en dragen bij aan het gevoel van mysterie en angst in het verhaal.
Over het geheel genomen dienen de rollen van Roderick en Madeline als tweeling in "The Fall of the House of Usher" om de thema's van familiale erfenis, dualiteit, gedeelde ervaringen en de desintegratie van het zelf te belichamen, waardoor de psychologische diepgang en metaforische lagen van het verhaal worden versterkt.