2. Gestileerde tekening: Cartoons hebben doorgaans een vereenvoudigde, gestileerde tekenstijl die zich onderscheidt van realistische kunst. Deze stijl omvat vaak het gebruik van gedurfde contouren, vlakke kleuren en eenvoudige vormen.
3. Beweging en animatie: Cartoons staan bekend om hun beweging en animatie. Personages en objecten bewegen op een vloeiende en vaak overdreven manier, waardoor een gevoel van actie en energie ontstaat.
4. Humor en satire: Veel tekenfilms gebruiken humor en satire om kijkers te vermaken. Ze kunnen de spot drijven met actuele gebeurtenissen, de populaire cultuur of sociale normen.
5. Iconische karakters: Tekenfilms bevatten vaak iconische personages die herkenbaar en geliefd worden bij het publiek. Deze karakters kunnen verschillende persoonlijkheden, slogans of visuele grappen hebben.
6. Geluidseffecten en muziek: Geluidseffecten en muziek spelen een belangrijke rol in tekenfilms en helpen sfeer te creëren, emoties over te brengen en de komische momenten te versterken.
7. Visuele grappen: Tekenfilms zijn vaak afhankelijk van visuele grappen, zoals slapstick-humor, grappen en woordspelingen. Deze visuele elementen dragen bij aan het komische effect van de cartoon.