Sommige historici geloven dat de beschuldigingen tegen Hiss juist waren en dat hij in feite een Sovjet-spion was. Ze wijzen op het door Chambers aangevoerde bewijsmateriaal, waaronder documenten waarvan Chambers beweerde dat ze hem door Hiss waren gegeven. Ze merken ook op dat de nauwe band van Hiss met bekende communisten en zijn weigering om tijdens zijn onderzoek volledig met de FBI samen te werken consistent zijn met het gedrag van een spion.
Andere historici geloven dat de beschuldigingen tegen Hiss vals waren en dat hij het slachtoffer was van een politieke vendetta. Ze wijzen op het feit dat de getuigenissen van Chambers vaak tegenstrijdig waren en dat er nooit definitief bewijs is geleverd om te bewijzen dat Hiss daadwerkelijk geheime informatie aan de Sovjets had doorgegeven. Ze merken ook op dat Hiss een loyale en toegewijde overheidsfunctionaris was met een lange staat van dienst in zijn land.
Uiteindelijk is de vraag naar de schuld of onschuld van Alger Hiss een kwestie van historisch debat. Er is bewijs dat beide kanten van het argument ondersteunt, en het is waarschijnlijk dat de waarheid nooit met zekerheid bekend zal worden.