- Cassey's geslacht
De belangrijkste ironie van het gedicht is dat de hoofdpersoon, Cassey, een vrouw is in een door mannen gedomineerde sport.
- Haar bekwaamheid versus de verwachting van de samenleving:
Aanvankelijk mag Cassey vanwege haar geslacht niet meedoen aan de honkbalwedstrijd. Wanneer ze echter de kans krijgt, blijkt ze een uitzonderlijke speelster te zijn en leidt ze haar team bijna naar de overwinning.
- Vrouwenhaat in de sport:
De nonchalante vrouwenhaat die in het gedicht wordt geportretteerd, vooral door het andere team en de toeschouwers, benadrukt de ongelijkheid tussen talent en kansen voor vrouwen in de sport.
- Potentieel versus vooringenomenheid :
Ondanks Cassey's indrukwekkende prestaties berooft haar vooroordeel jegens vrouwelijke atleten haar uiteindelijk van de kans om erkend te worden als de redder van het team.
Deze ironie creëert een contrast tussen Cassey's vaardigheden en de maatschappelijke houding ten opzichte van vrouwen in de sport, waardoor de uitdagingen worden benadrukt waarmee vrouwelijke atleten worden geconfronteerd bij het bereiken van erkenning en gelijke kansen.