De Bland-Allison Act verplichtte de Schatkist om maandelijks tussen de 2 en 4 miljoen dollar aan zilver op te kopen tegen de marktprijs. Het zilver zou vervolgens worden geslagen in zilveren dollars, waarbij elke zilveren dollar 412,5 korrels puur zilver bevatte. De wet machtigde de Schatkist ook om elke maand tot $ 2 miljoen aan zilveren munten te verkopen.
De Bland-Allison Act had verschillende gevolgen voor de Amerikaanse economie. Ten eerste verhoogde het het aanbod van geld in omloop, wat leidde tot een stijging van de prijzen. Ten tweede droeg het bij aan een daling van de waarde van de zilveren dollar ten opzichte van de gouden dollar. Ten derde leidde het tot een handelstekort, omdat er meer zilver in de Verenigde Staten werd geïmporteerd dan geëxporteerd.
De Bland-Allison Act was vanaf het begin controversieel. Critici van de wet voerden aan dat deze inflatoir was en dat zilverproducenten er baat bij zouden hebben ten koste van andere industrieën. De wet werd uiteindelijk in 1890 ingetrokken en de Verenigde Staten namen de gouden standaard aan.