1. Waarom heeft de vogelverschrikker een prijs gewonnen? Omdat hij uitmuntend was in zijn vakgebied!
2. Hoe maak je een weefseldans? Je hebt er een beetje boogie in gestopt!
3. Waarom was het wiskundeboek verdrietig? Omdat er zoveel problemen waren.
4. Waarom heeft de leerling zijn huiswerk opgegeten? Omdat de leraar zei dat het een fluitje van een cent was.
5. Waarom droeg de golfer twee broeken? Voor het geval hij een gat in één krijgt.
6. Hoe noem je een boemerang die niet terugkeert? Een stok.
7. Waarom was de computer koud? Omdat het de ramen open liet staan.
8. Waarom stak de kip de speeltuin over? Om naar de andere glijbaan te gaan.
9. Wat zei de ene muur tegen de andere muur? Ontmoet je op de hoek.
10. Waarom nam de dief een douche? Voor een schoon uitje!