1. Ik heb altijd honger,
Hoe meer je mij voedt, hoe meer ik groei,
Maar als ik dorst heb,
Ik word kleiner.
2. Wat kun je vangen, maar niet gooien?
3. Wat wortels heeft zoals niemand ziet,
Is groter dan bomen,
Omhoog, omhoog gaat het,
En toch nooit groeit?