Voorafgaand aan het banket heeft Macbeth ervoor gezorgd dat Banquo en zijn zoon Fleance worden vermoord. Deze daad van verraad onthult Macbeths manipulatieve en machtsbeluste karakter. Wanneer Macbeth zijn kopje heft en een toost uitbrengt op Banquo, is het publiek zich ervan bewust dat Banquo niet langer aanwezig is vanwege Macbeths eigen bedrog.
De ironie ligt in het feit dat Macbeth Banquo publiekelijk eert en prijst, terwijl hij tegelijkertijd het brein achter zijn naderende ondergang is. Macbeths toast wordt een façade om zijn ware bedoelingen te verbergen, waardoor een laagje bedrog en hypocrisie aan de scène wordt toegevoegd.
Bovendien verschijnt de geest van Banquo tijdens het banket, alleen zichtbaar voor Macbeth. Dit bovennatuurlijke element benadrukt nog meer de ironie van de situatie nu Macbeths schuldgevoel en paranoia zich voor hem manifesteren terwijl hij probeert de uiterlijke schijn van normaliteit te behouden.
De toast op Banquo dient als commentaar op Macbeths interne strijd en de dissonantie tussen zijn acties en de publieke persoonlijkheid. Het onderstreept de tragische gevolgen van zijn keuzes en benadrukt de ironische aard van zijn ondergang.