1. Gelukkig einde :De meest voor de hand liggende manier om een Shakespeare-komedie te identificeren is de aanwezigheid van een happy end, vaak met betrekking tot het huwelijk of de verzoening van de hoofdpersonen.
2. Liefde en romantiek :Komedies draaien vaak rond thema's als liefde, verkering en huwelijk, waarbij vaak sprake is van identiteitsverwisselingen, vermommingen en humoristische misverstanden.
3. Humor en humor :De komedies van Shakespeare staan bekend om hun slimme woordspelingen, humoristische situaties en grappige grapjes tussen personages, die vaak voor humor en amusement zorgen.
4. Lage sociale status :Komedies bevatten vaak gewone mensen, bedienden en personages met een lagere sociale status als hoofdrolspelers of belangrijke figuren, waarbij de speelsheid en het sociale commentaar van de plot worden benadrukt.
5. Muziek en dans :Muziek, zang en dans begeleiden vaak de komedies van Shakespeare, wat bijdraagt aan de luchtige en feestelijke sfeer.
6. Beperkt aantal sterfgevallen of tragische gebeurtenissen :Hoewel komedies kleine conflicten of obstakels kunnen bevatten, vermijden ze doorgaans grote tragedies of de dood van hoofdpersonen.
7. Oplossing :Komedies leiden vaak tot het oplossen van conflicten, misverstanden of obstakels, waardoor problemen harmonieus en gelukkig worden opgelost.
De tragedies van Shakespeare:
1. Tragische eindes :In tegenstelling tot komedies eindigen tragedies met de dood van een of meer belangrijke personages, vaak de hoofdpersoon. Deze eindes roepen medelijden en emotionele catharsis op bij het publiek.
2. Ernstige thema's :Tragedies onderzoeken ernstige thema's zoals ambitie, macht, corruptie, wraak en de menselijke conditie, en bieden diepgaand inzicht in de menselijke natuur.
3. Hoge sociale status :Tragische hoofdrolspelers zijn vaak royalty's, edelen of karakters met een hoge sociale status, wier acties de levens van velen beïnvloeden.
4. Hamartia en Catharsis :Tragedies vertonen meestal het concept van hamartia, waarbij de fouten of acties van een protagonist tot hun ondergang leiden. Dit creëert een gevoel van medelijden, angst en emotionele ontlading (catharsis) voor het publiek.
5. Morele dilemma's :Tragedies brengen complexe morele dilemma's en ethische uitdagingen met zich mee waarmee personages worden geconfronteerd, en verdiepen zich in de morele complexiteit van besluitvorming.
6. Geweld en lijden :Tragedies gaan vaak gepaard met geweld, bloedvergieten en emotionele pijn, waarbij de gevolgen van menselijk handelen worden onderzocht.
7. Het lot en het lot :Bij tragedies zijn vaak elementen van het lot, profetie of goddelijke tussenkomst betrokken, wat erop wijst dat externe krachten de levens van de personages kunnen bepalen.
Bedenk dat de toneelstukken van Shakespeare soms elementen van zowel komedie als tragedie kunnen vermengen, wat aanleiding geeft tot de classificatie van ‘tragikomedie’ of ‘donkere komedie’, waarbij serieuze thema’s naast humoristische elementen bestaan.