Wat gebeurt er aan het einde van de komedie en tragedie van William Shakespeare?

In een Shakespeare-komedie wordt het einde doorgaans gekenmerkt door verzoening, vastberadenheid en geluk. De conflicten en misverstanden die ten grondslag liggen aan het plot worden opgelost, vaak door de onthulling van een lang verloren gewaand personage of een plotselinge verandering van gedachten. Het stuk eindigt met het huwelijk van de hoofdpersonen, symbool voor het herstel van de orde en de triomf van liefde over tegenspoed. Enkele voorbeelden van Shakespeare-komedies die gelukkig eindigen zijn 'A Midsummer Night's Dream', 'Twelfth Night' en 'The Taming of the Shrew'.

Aan de andere kant gaat het einde van een Shakespeare-tragedie vaak gepaard met dood, rampspoed en rampspoed. De hoofdpersoon wordt meestal geconfronteerd met een onvermijdelijke ondergang als gevolg van een tragische fout of een reeks omstandigheden waarover hij geen controle heeft. De conclusie van het stuk wordt gekenmerkt door verdriet, verlies en een gevoel van tragedie. Bekende voorbeelden van tragedies van Shakespeare met een tragisch einde zijn 'Romeo en Julia', 'Hamlet' en 'King Lear'. Deze toneelstukken onderzoeken thema's als liefde, verraad, ambitie en de gevolgen van menselijk handelen.