Oh, Juliet, mijn hart is gevuld met zoveel angst,
Een verdriet dat geen woorden echt kunnen overwinnen.
Vanaf het moment dat ik je voor het eerst zag,
Mijn lot was bezegeld en ik kon niet vrij zijn.
In het mooie Verona, waar onze paden elkaar kruisten,
Ik heb mijn paradijs gevonden, de ware glans van mijn leven.
Maar helaas, het lot speelde zijn wrede hand,
Ons scheidend, het zoete gebod van de liefde.
Onze liefde, verboden en toch zo intens,
Werd een vuur dat alle zintuigen verteerde.
De vete trotseren, alles riskeren,
We zochten een toevluchtsoord buiten de stadsmuur.
Maar de tragedie sloeg toe en onze dromen lagen verbrijzeld,
Twee zielen verstrengeld, nu verenigd in de dood.
Oh, Juliet, mijn geliefde, het verlangen van mijn hart,
Voor altijd samen in het eeuwige vuur van de liefde.
Julia
Mijn Romeo, de diepten van mijn wanhoop,
Geen woorden kunnen vastleggen, noch mijn hart herstellen.
Vanaf het eerste gezicht nam onze liefde een vlucht,
Twee zielen verstrikt in het zoete lot van de liefde.
In geheime bijeenkomsten vonden we onze troost,
Passie omarmen met het ware paleis van de liefde.
Maar onze vreugde was vluchtig, als een fragiele bloei,
Terwijl het lot samenspande om de ondergang van onze liefde te bezegelen.
Uw verbanning scheurde mij tot in het hart,
Een leegte van binnen waar mijn ziel om smeekte.
Gedreven door wanhoop en het vurige pleidooi van de liefde,
Ik koos een pad dat onze geest bevrijdde.
Oh, Romeo, mijn geliefde, mijn hartenverrukking,
Nu herenigd in het eeuwige licht van de liefde.
Voor altijd samen, voorbij de maat van de tijd,
Onze liefde overstijgt de grenzen van plezier.