* Parris' gesprek met Abigail: In zijn gesprek met Abigail zegt Parris dat hij "bang" is voor de gemeente en dat hij "niet weet wat hij moet doen". Hij zegt ook dat hij het gevoel heeft dat hij ‘verdrinkt’ en dat hij ‘niet kan ademen’. Deze taal suggereert dat Parris zich overweldigd en machteloos voelt, en dat hij geen vertrouwen heeft in zijn vermogen om de gemeente te leiden.
* Acties van Parris: Gedurende het stuk neemt Parris een aantal beslissingen die erop wijzen dat hij niet tevreden is met de manier waarop hij wordt behandeld. Hij probeert bijvoorbeeld Abigail het zwijgen op te leggen, hij probeert te voorkomen dat de meisjes dansen, en hij probeert de rechtbank ervan te weerhouden de beschuldigingen van hekserij te onderzoeken. Deze acties suggereren dat Parris probeert de situatie onder controle te krijgen en te voorkomen dat er iets gebeurt dat zijn reputatie verder zou kunnen schaden.
Over het algemeen suggereert het bewijs dat Parris erg ongelukkig is met de manier waarop hij door zijn gemeente wordt behandeld. Hij is boos, bang en overweldigd, en het voelt alsof hij verdrinkt. Hij neemt ook een aantal beslissingen die erop wijzen dat hij probeert de situatie onder controle te krijgen en te voorkomen dat er iets gebeurt dat zijn reputatie verder zou kunnen schaden.